Jacobus Petrus Treub 1818-1887
Treub is met ruim 44 jaar, van 1842 tot zijn dood in 1887, de langstzittende burgemeester van Voorschoten.
Tijdens zijn ambtsperiode kende het dorp grote veranderingen, zoals de komst van de spoorweg met een station, de vestiging van de zilverfabriek en de opkomst van de bollenteelt. Hij voerde een gezond financieel beleid, heeft veel betekend voor het lager onderwijs en maakte zich sterk voor de zelfstandigheid van de gemeente.
Een jonge burgemeester
Treub werd in 1818 geboren op Duivenvoorde, waar zijn vader Melchior Treub (1765-1844) rentmeester was. Hij kreeg onderwijs op Duivenvoorde en zijn vader, die ook secretaris was van Veur, liet zijn zoon al jong kennis maken met de praktijk van de functie van gemeentesecretaris. Toen hij pas twintig was, controleerde hij de jaarrekening van Voorschoten en was hij gemachtigde van jonkheer Steengracht van Duivenvoorde bij onroerendgoedtransacties.
In 1830 werd Steengracht Heer van Duivenvoorde. Hij herkende het talent van de jonge Treub. Na het overlijden van burgemeester Van Eijk in 1841 droeg Steengracht Treub voor als burgemeester. Deze benoeming leidde in het dorp tot commotie: men vond hem te jong en onervaren, maar een misschien nog groter bezwaar was dat hij niet kerkelijk was. Maar Steengracht zette door: in februari 1842 werd Treub benoemd. Je zou Treub kunnen zien als de burgemeester die de modernisering van Voorschoten in de tweede helft van de 19de eeuw vormgaf. Treub werd in zijn eerste ambtsjaar meteen geconfronteerd met een ingrijpende vernieuwing: de aanleg in 1843 van de spoorlijn door Voorschoten, nota bene over het grondgebied van Steengracht. Behendig wist de Heer van Duivenvoorde, door zich te verzetten tegen de aanleg, een halteplaats voor het dorp binnen te halen. Hiermee bewees hij Treub, die bij Provinciale Staten gepleit had voor “het vaker doen halthouden der trein” andermaal een dienst.
Artbeid en onderwijs
Treub zag ook in de verbetering van het openbaar lager onderwijs een belangrijke bijdrage aan de modernisering van Voorschoten. Om te beginnen kocht de gemeente direct na zijn aantreden het schoolgebouw aan de Rijndijk. De dorpsschool werd als gevolg van de groei van het inwonertal herhaaldelijk verbouwd en in 1877 door de gemeente aangekocht van de Hervormde kerk.
Daarnaast zorgde Treub voor maximale toegankelijkheid van het lager onderwijs. Er bestond toen geen leerplicht, dus kwam er gratis onderwijs voor jongens en meisjes van 6 tot 13 jaar om het volgen van onderwijs te bevorderen.
Goed onderwijs was een voorwaarde voor iemands bijdrage aan de samenleving, maar ook een stap in de richting van modern burgerschap, mensen die konden meedenken en –politiek- meebeslissen. Immers de Gemeentewet van 1851 gaf een gemeente meer bestuurlijke zelfstandigheid. Treub was voorstander van deze “ontvoogding van het platteland”. Hij zag het belang in van de vestiging in Voorschoten van de Zilverfabriek van Van Kempen in 1858. Zo kon Voorschoten loskomen van zijn puur agrarisch karakter. Door de groei van het inwonertal moest worden voorzien in de vraag naar woonruimte voor de “fabriekers”. Daarom werd 1875 door o.a. Treub en Van Kempen de Bouwvereeniging van Voorschoten opgericht.
De familie Treub
Treub was getrouwd in 1848 met Marie-Louise Cornaz (1817-1898), die hij op kasteel Duivenvoorde had leren kennen als gouvernante van de kinderen Steengracht-Nyvenheim. Ze kregen drie zonen, die allen hoogleraar werden en uitblonken in hun vakgebied, Melchior, Hector en Willem.
Melchior (1851-1910) was botanicus en directeur van ’s Lands Plantentuin te Buitenzorg (Java). Hector (1856-1920) was een beroemd gynaecoloog en Willem (1858-1931) was sociaal-econoom, staatsman en minister van financiën in het oorlogskabinet Cort van der Linden.
Treub was bevriend met Petrus de Raadt en tussen 1873 en zijn dood in 1887 rentmeester van diens onderwijsinstituut Noorthey.
Bronnen
M.W.F. Treub, Herinneringen en overpeinzingen, Haarlem 1931.
W. van den Eijkel, ‘Bestuurlijke en sociale betekenis van Duivenvoorde voor Voorschoten’, in: Verweven verleden, kasteel Duivenvoorde, Voorschoten de Dorpskerk, Stichting Historisch Museum Voorschoten 2010, 11-29.
W. van den Eijkel, ‘Treub, van beschermeling naar krachtige burgemeester’, in : OGLV Magazine 2018, 2-11.
W. van den Eijkel, ‘Tussen fabriek en kasteel, Van Kempen, Treub en Steengracht; , in: OGLV Magazine 2019, 18-26.
https://www.kasteelduivenvoorde.nl/nieuws/2018/12/tentoonstelling-treub-in-museum-voorschoten/
http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/treub
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hector_Treub
https://www.nvog.nl/over-de-nvog/verwante-organisaties/hector-treub-stichting/
http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn4/treub
Jacobus Petrus Treub (1818-1887). Deze portretfoto is waarschijnlijk gemaakt t.g.v. zijn 25-jarig ambtsjubileum als burgemeester in 1867.
Treub achter zijn bureau rond 1885. Links staat de gemeente secretaris Cees Bosman en rechts de agent van politie Piet van Leeuwen.