HOME

Steden en staten

1000 - 1500

Introductie

De dorpskerk

De paardenmarkt

Het marktkruis van Voorschoten

Bestuur in de middeleeuwen

Boerderijen in de late middeleeuwen

Kastelen in Voorschoten

 

 

Het woord kasteel is afgeleid van het Latijnse ‘castellum’ dat fort of toevluchtsoord betekent. De oudste kastelen waren niet bedoeld om permanent in te wonen. De rondreizende eigenaren, de leenheren hieven hier de lokale belastingen, maar ook boden de versterkingen bescherming in tijden van gevaar. De eerste kastelen de zogenoemde ringwalburchten, een aarden wal met een omlopende gracht en bovenop een houten palissade of stenen muur. Later werden deze burchten van een woonruimte voorzien in de vorm van een houten of stenen toren. De burcht in Leiden is een voorbeeld van een grote ringwalburcht. Vanaf de 13de eeuw werden ringwalburchten vervangen door vierkante kastelen opgetrokken uit dikke bakstenen muren (zoals het Muiderslot en Loevestein).

 

De latere kastelen, meestal ook nog voorzien van een gracht, werden gebouwd voor riddermatige families om een belegering te kunnen weerstaan. Voorbeelden in Voorschoten zijn Ter Horst, Santhorst en Duivenvoorde. Ze waren in bezit van de Heren van Wassenaar en hun nakomelingen, die hier gronden in leen hadden van de Graaf van Holland. Weer later in de middeleeuwen lieten rijke burgers in Voorschoten eenvoudigere versterkte huizen bouwen met een omgrachting, zoals Ter Lips, Roucoop en Adegeest. Buiten de gracht was dikwijls een bijbehorende boerderij met moestuin en boomgaard.

 

 

Kastelen in Voorschoten

Canon van Voorschoten

Monumenten

Personen

Gebeurtenissen