Personen

Anssem van Veur

In een kroniek uit het begin van de vijftiende eeuw staat dat graaf Floris V (1254-1296) tijdens veldslagen veel ridders had verloren, waardoor een tekort was ontstaan. Floris V zou daarom op een Kerstdag de 40 eerbaarste en rijkste huislieden van zijn land hebben ontboden en hen tot ridder hebben geslagen. Van deze gebeurtenis is geen oorkonde of zijn geen andere documenten bewaard. De namen van de nieuwe ridders zijn onbekend. Op één na, want in de kroniek staat ook de volgende anekdote:

“Int lesen van deser historie so zal ic u hier scriven van enen van desen nuwen ridderen, gheheten her Anssem van Vuer, ende woende tot Vuercappelle. Als hi ten hove aldus gheweest hadde ende bi des anderen dages ridder thuys quam, so sach hi, daer hi voir siin molkenhuys ginc wanderen, dat siin suege geraect was tot eenre mouwe mit rome ende drancker of. Doe docht him dat hire te goet toe was die zuege wech te yagen ende sprac : “ver zuege , ver zuege , waer ic als ic ghister was, ghi en soudt die room nyet drincken.”

Vertaling: “Bij het lezen van deze geschiedenis zal ik u vertellen van een nieuwe ridder, geheten heer Anssem van Veur die woonde bij de Veurkapel. Toen hij op het grafelijke hof was geweest en de volgende dag thuis kwam zag hij dat bij het melkhuis zijn zeug uit een emmer room dronk. Omdat hij vond dat hij als ridder nu te goed was om de zeug zelf weg te jagen sprak hij “vrouw zeug, vrouw zeug, als het nog gisteren was had jij deze room niet kunnen drinken”.

Hoewel er dus geen officiële documenten bewaard zijn over het verhaal van de ridderslag zelf, is er wel een aantal archiefbronnen, die het bestaan van een heer Anssem van Veur bevestigen. Zo staat in een grafelijk register van omstreeks 1282 dat heer Anssem land in Veur en Wilsveen in leen had van graaf Floris V. Zijn zoon Doede had een woning in de duinen van Veur. Hiermee wordt waarschijnlijk het in Leidschendam gelegen Schakenbosch bedoeld. Doede trouwde met jonkvrouw Catharina van Boshuizen, wat aantoont dat hij een zekere status moet hebben gehad. Het lijkt er dus op dat Anssem van Veur werkelijk bestaan heeft en tot ridder is geslagen. Daarmee was hij een van de meest voorstaande/bekende inwoners van Veur.

Bron:
Bronnen van de geschiedenis der Nederlanden in de middeleeuwen; Kroniek van Holland van een ongenoemde geestelijke (gemeenlijk geheeten kronijk van den clerc uten laghen landen di der see), Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht, Nieuwe serie deel 6, Utrecht 1867,132.

Philips I van Wassenaer (ca. 1170-1223, vermeld 1200-1223)

Hij was stamhouder van het adellijke geslacht van Wassenaer, dat rond 1200 Wassenaar en Duivenvoorde in bezit of in leen had. Hij wordt ook Philippus de Wassenare genoemd. Philips wordt voor het eerst genoemd als getuige bij de ondertekening van een oorkonde uit 1200. Hij vocht mee aan de zijde van de latere Graaf van Holland, Willem I, in de Loonse successieoorlog tegen Lodewijk van Loon. Philip voerde de troepen aan die onder meer Leiden belegerden en in 1204 de stad veroverden. Hij bezat de Wassenaarse burcht. Zijn gelijknamige zoon werd bedeeld met het goed van Duvenvoirde en werd daarmee stamhouder van dit geslacht. Daarnaar werd kasteel Duivenvoorde vernoemd.

Bron:
A. Janse, Ridderschap in Holland; portret van een adellijke elite in de late middeleeuwen, Hilversum, 2009. 31, 141, 280-281.

Philips II van Wassenaer, genaamd Heer van Duvenvoirde (ca. 1198-1248, vermeld vanaf 1215).

 

Philips II was de jongere zoon van Philips I, Heer van Wassenaer, de stamvader van het adellijke geslacht Van Wassenaer. Philips II was in 1226 erfelijk beleend met het landgoed Duvenvoirde en werd daarmee de stamvader van het gelijknamige geslacht. Waarschijnlijk was het Philips die de donjon liet bouwen, de versterkte toren, die nu nog de kern vormt van het huidige kasteel Duivenvoorde. Philips was gehuwd met Florentia van Rijswijk. Het geslacht behoorde tot een groep lagere edelen en bracht minder ridders voort dan het geslacht Van Wassenaer.

Bronnen:
H.B. Brokken (red.), Heren van stand: Van Wassenaer 1200-2000; Achthonderd jaar Nederlandse adelgeschiedenis [Den Haag 2000], 6, 12, 32.

A. Janse, Ridderschap in Holland; portret van een adellijke elite in de late middeleeuwen, Hilversum, 2009. 280-281.

A. de Vries (red.), Duivenvoorde. Bewoners, landgoed, kasteel, interieur en collectie, Zwolle 2010, 20.